Afbeelding

Debat over gemeentefinanciën: Kader of kater

Algemeen

Afgelopen dinsdag was een extra raadsvergadering gepland, onder andere om op verzoek van Hart voor Wassenaar (HvW) te spreken over de financiële positie van de gemeente.

Door Ad Zopfi

De afgelopen jaren is in de raad en in deze krant regelmatig over de gemeentefinanciën gesproken en geschreven. De ‘angst’ voor het onnodig maken van schulden is in sommige bijdragen de rode draad. Nu is het maken van schulden voor nuttige investeringen helemaal niet onverstandig als de begroting van de gemeente ruimte biedt om de kapitaallasten te dekken. De gemeente is er om taken t.b.v. burgers uit te voeren en het publieke domein goed te onderhouden en geen ‘spaarpot’.

De investeringen in de afgelopen jaren (o.a. sportzaal en -hal, Rijnlandslyceum, landgoederen) en komende investeringen (o.a. centrum, de Paauw, gemeentewerf, basisscholen) zorgen ervoor dat de gemeente niet meer alles uit het beschikbare saldo op de bank kan betalen en een schuld gaat opbouwen. Een horrorscenario in de ogen van sommige partijen. Maar is dat terecht? Wat zijn de alternatieven, niks doen? Geld is een middel en geen doel. 

Vaak gaat het in de Wassenaarse politiek alleen over geld en niet over de dingen die daar wel of niet voor gedaan zouden moeten worden. Er is geen acuut probleem. De komende jaren zullen er nog afwegingen gemaakt moeten worden alvorens tot investeren wordt overgegaan. En de cijfers zullen grondig veranderen. Tegenover een deel van de investeringen zullen ook inkomsten staan.

Het verhaal over de gemeentefinanciën is niet zwart-wit. Omgaan met onzekerheid, een genuanceerde beoordeling van investeringsvoornemens en verantwoorde besluitvorming op basis van inhoud houden de gemeente op koers. Ook op financieel gebied. Aan de hand van scenario’s kunnen afgewogen keuzen worden gemaakt.

Een debat over financiën heeft vooral nut als daar actuele en betrouwbare cijfers bij gebruikt worden. En het niet bij discussies over een banksaldo en schuld blijft, maar vooral ook inhoudelijke afwegingen worden besproken. Om de financiën op peil te houden als er onverhoopt toch tekorten ontstaan zijn verschillende oplossingen denkbaar. De kadernota die de raad meestal in juni bespreekt biedt actuele inzichten, ook over de bijdrage van het Rijk, waarover in mei wordt gepubliceerd. De raad heeft het college om scenario’s gevraagd met betrekking tot de financiële positie. Die zijn als het goed is in juni beschikbaar. 

In die zin komt een debat over financiën in april wat vroeg. Zeker als daar vooraf geen adequate toelichting bij wordt gegeven anders dan enkele overzichten met gegevens o.a. over investeringen die al bekend zijn. Dit is de reden waarom uiteindelijk een meerderheid van de raad heeft besloten dit en daarnaast nog twee andere onderwerpen, afgelopen dinsdag niet te agenderen. Het onderwerp financiën komt aan de orde in juni als de desbetreffende documenten beschikbaar zijn. Een voortijdig debat zonder duidelijke kaders brengt niets, behalve een kater bij de aanvragers die een onhoudbare schuldenproblematiek denken te ontwaren en daar graag over willen praten.

Een onderwerp dat straks in het vervolgdebat serieuze aandacht verdient is de vraag wat een gemeente met relatief veel goede (en dure) voorzieningen de burger mag kosten. Mag er aan de ‘belastingknop’ worden gedraaid in plaats van keihard op de rem te gaan staan? Uiteindelijk zijn burgers meer gebaat bij een gemeente die voorzieningen op peil houdt, dan een gemeente met de hand op de knip en een dikke portemonnee.

Uit de krant