
Geen referendum, maar misschien een burgerberaad
AlgemeenHet voorstel van Hart voor Wassenaar voor een raadplegend referendum kreeg afgelopen maandag in de gemeenteraad zoals verwacht geen meerderheid. Dat lag niet aan de eloquente wijze waarop Nicolás Pesman zijn voorstel toelichtte en verdedigde. De uitkomst van het debat is waarschijnlijk wel dat partijen samen gaan werken om een vorm van ‘burgerberaad’ op te tuigen.
Door Jan H. de Roij
In tegenstelling tot hetgeen wij vorige week berichtten debatteerde de gemeenteraad reeds op 30 oktober over het referendum; en dus niet op 14 november. Het werd een inhoudelijk debat waarbij de bekende argumenten voor en tegen een referendum de revue passeerden.
De indiener van de verordening om te komen tot een raadplegend referendum, Nicolás Pesman (HvW), deed de aftrap door een toelichting te geven op het voorstel. Welbespraakt kweet dit jongste gemeenteraadslid zich van zijn taak. Het idee voor een referendum ontstond voor hem bij ‘Rooie Cor’. Tijdens gesprekken daar kreeg hij de indruk dat de Wassenaarders het vertrouwen in de politiek aan het verliezen zijn: “de gewone Wassenaarder denkt: wat is het daar een zootje.” Met de mogelijkheid voor een referendum verwacht hij de individuele burger meer bij de politiek te kunnen betrekken. Hij is teleurgesteld over de reactie van het college op zijn voorstel (zie DWK van vorige week). Een van de argumenten daarin dat er in de tijd dat het referendum mogelijk was, er nimmer gebruik van is gemaakt, vindt hij niet overtuigend om dan dus maar de mogelijkheid helemaal af te schaffen. Voorts is hij van mening dat de Participatieverordening niet altijd goed werkt. Hij zei te rekenen op de steun van GL, PvdA en D66, omdat deze partijen in de Eerste Kamer hun goedkering hebben verleend aan het Corrigerend Bindend Referendum.
Volgens Henri van Smirren (PvdA) volgt de lokale PvdA een eigen koers en is dus niet gebonden aan hoe de partij in de Senaat stemt. Hij is van mening dat ingezet moet worden op uitvoering van de participatieverordening. Dan heb je als burger invloed aan de voorkant. Bij referenda voeren negatieve sentimenten de boventoon. Sabrina Everart (CDA) sloot zich daarbij aan en sprak zelfs van een “polariserend effect” van referenda. Bovendien hebben burgers niet de expertise om een oordeel te vellen over ingewikkelde onderwerpen. Zij vond dat als de Participatieverordening niet goed werkt, dat aangepakt dient te worden, maar dat dat geen argument kan zijn om een referendum in te voeren. Als een ‘compromis’ stelde zij voor te gaan werken aan het optuigen van een ‘burgerberaad’ bij sommige onderwerpen. Ook Rogier Krabbendam (D66) zou daar een voorstander van zijn en het verheugde hem dat het CDA nu ook pleitbezorger is van dit D66 plan. Hij voelt zich niet gebonden aan wat de landelijke partij denkt over het referendum. Maar hij bood Pesman een sprankje hoop door te verwijzen naar het lokale element dat ligt besloten in het wetsvoorstel voor een corrigerend referendum. Dus als dit wetsvoorstel een tweederde meerderheid krijgt “dan komt dit zeker terug in de raad”.
Matthijs Stekelenburg (VVD) vroeg zich af voor welk probleem dit voorstel een oplossing is. In tegenstelling tot het referendum in de periode voor 2021, wordt van de Participatieverordening wel gebruik gemaakt. Daarbij krijgen belanghebbenden de mogelijkheid om het beleid dat hen regardeert te beïnvloeden aan de voorkant. Ook vroeg hij naar de kosten. Volgens Pesman zullen die ongeveer € 50.000 belopen per referendumonderwerp. Pesman had zijn hoop een beetje gevestigd op coalitiepartij DLW, want die had invoering van een corrigerend referendum in het verkiezingsprogramma staan. Dat bleek valse hoop, want Ben Paulides gaf geen steun aan het voorstel om reeds door anderen genoemde redenen.
Desgevraagd antwoordde Nicolás Pesman bereid te zijn met een positieve blik te kijken naar voorstellen voor een burgerberaad. Daar sloot ook GroenLinks zich bij aan. Uiteindelijk werd het voorstel voor een raadplegend referendum met alleen de stemmen van HvW en LW vóór verworpen.