Het huis aan de Oostdorperweg dat in planologisch opzicht verandert van een bedrijfswoning in een plattelandswoning.
Het huis aan de Oostdorperweg dat in planologisch opzicht verandert van een bedrijfswoning in een plattelandswoning. Foto:

Bestemmingswijziging woning niet te zien maar vereist wel planologische borging

B en W willen meewerken aan het verzoek van de eigenaar van een woning langs het noordelijke deel van de Oostdorperweg om de planologische bestemming van het pand te wijzigen van ‘bedrijfswoning’ in ‘plattelandswoning’. Hoewel fysieke aanpassingen niet aan de orde zijn en er dus op het oog niets veranderd, vereist de inwilliging van een dergelijk verzoek een stevige planologische borging, zo blijkt uit een raadsvoorstel dat komende maandagavond in de commissie Fysieke Leefomgeving wordt besproken.

Door Jos Knijnenburg

Er wordt zelfs een speciaal bestemmingsplan opgetuigd voor het perceel waarop de woning aan de Oostdorperweg (zie foto) is gelegen. Het bewuste huis was oorspronkelijk onderdeel van een agrarische bedrijfsvoering en deed derhalve dienst als bedrijfswoning. Tien jaar geleden is door omstandigheden de woning losgekoppeld van de agrarische activiteiten en sindsdien is het huis gebruikt als een burgerwoning. De bedrijfsvoering werd gestaakt en de omliggende gronden werden verpacht aan een andere partij. De eigenaar heeft vorig jaar een formeel principeverzoek gedaan om de planologische bestemming te wijzigen van bedrijfswoning naar plattelandswoning. Hoewel dat aan het uiterlijk niets veranderd, heeft dat wel gevolgen. Want een plattelandswoning annex voormalige bedrijfswoning mag worden bewoond door derden die geen functionele relatie met een bedrijf hebben. Een ander verschil ligt in de milieutechnische sfeer. Een plattelandswoning heeft milieutechnisch vrijwel dezelfde bescherming als een agrarische bedrijfswoning. Zo wordt een plattelandswoning voor wat betreft geur- en geluidhinder niet aangemerkt als een gevoelig object. Een groot verschil met een burgerwoning die in dat opzicht wel als een gevoelig object wordt gezien. De crux hiervan ligt in het gegeven dat de omgeving van de woning aan de Oostdorperweg een agrarische functie heeft en ook zal behouden. B en W noemen de agrarische sector in een startdocument dat als bijlage aan het raadsvoorstel is toegevoegd, hier “de drager en beheerder van het open landschap”. De gemeente is dan ook niet voor niets in gesprek gegaan met de pachter van de agrarische gronden rondom de woning. B en W verwachten niet dat de agrarische functie van de directe omgeving van het huis wordt beperkt of zal veranderen door de planologische functiewijziging van de bewuste woning. Er wordt ook opgemerkt dat een nieuwe bedrijfswoning en daarmee extra verstedelijking wordt uitgesloten. De discussie omtrent de planologische bestemming van een enkele woning in het buitengebied van Wassenaar, zoals hier de Groene Zone waar ook de Oostdorperweg deel van uitmaakt, komt vaker voor. Voor twee andere panden aan het noordelijke deel van de Oostdorperweg heeft eerder ook een dergelijke planologische exercitie plaatsgevonden. Het begrip ‘plattelandswoning’ wordt ook wel gehanteerd wanneer een boerderij die geen deel meer uitmaakt van een boerenbedrijf, nog wel een woonfunctie vervult, aldus hoeven agrariërs in de omgeving aanzienlijk minder te vrezen voor beperkingen op het gebied van bijvoorbeeld geluid- en stankoverlast. Het thema wonen in een agrarisch gebied komt later dit jaar nog prominent op de politieke agenda terug, wanneer de verwachte integrale gebiedsvisie voor de Groene Zone wordt behandeld.