Verzoek Van der Valk om laatste rustplaats op eigen grond is bijzonder maar niet uniek

Gisteravond boog de Voorschotense raadcommissie Wonen, Ruimte en Groen zich over het principe verzoek van de familie Van der Valk om aan de rand van het familiedomein achter De Gouden Leeuw aan de Veurseweg een private begraafplaats op te richten. Het zou gaan om zoals B en W het omschrijven “de medeoprichter van de hotelketen ‘Van der Valk’ en zijn vrouw”. Conform de Wet op de Lijkbezorging wordt bij een dergelijk verzoek gesproken over een “bijzondere begraafplaats”.

Door Jos Knijnenburg

Volgens het Voorschotense raadsvoorstel worden er in Nederland gemiddeld 5 verzoeken per jaar ingediend voor het oprichten van een "bijzondere begraafplaats”. In Voorschoten gebeurde dat voor het laatst in juli 1992 toen de laatste eigenaresse van de buitenplaats Berbice de gemeente te kennen gaf dat zij op haar eigen grond begraven wilde worden. Haar vader kocht Berbice in 1938 waarna hij vanuit Wassenaar naar Voorschoten verhuisde. Zijn dochter die de kerndelen van Berbice kocht van haar familieleden maakte van het behoud van Berbice een levenswerk. Haar strijd tegen de aanleg van Rijksweg 11-West (de latere Rijnlandroute) waarvan het bovengrondse tracé een regelrechte bedreiging van de buitenplaats vormde werd legendarisch en met haar door de gemeente Voorschoten ingewilligde verzoek om op eigen grond begraven te mogen worden maakte ze een onvergetelijk statement. B en W van Voorschoten gebruiken in de raadsvoorstel over het verzoek van de familie Van der Valk herhaaldelijk de omschrijving "markant persoon”. Dat kan worden gezegd van de medeoprichter van het Van der Valkconcern, waarvan de Gouden Leeuw de bakermat is, maar ook van mejuffrouw Begeer. Het vormt in Voorschoten blijkbaar een bijzondere eis wil je op eigen grond mogen worden begraven. Wassenaar kende in het verleden onder haar inwoners een echtpaar waarop de typering "markant” onmiskenbaar ook van toepassing is geweest. De zeer vermogende van oorsprong Rotterdamse reder Philippus van Ommeren (1861 - 1945) en zijn echtgenote Wilhelmina Alida de Voogt (1860 - 1935) kochten begin twintigste eeuw het Wassenaarse landgoed Rust en Vreugd. Aanvankelijk als tweede woning, maar later vestigden zij zich definitief in Wassenaar. Dit sociaal zeer bewogen echtpaar richtte in 1926 de Wilhelmina Alida Stichting op ten behoeve van "de bouw en het onderhoud van woningen voor mensen met een bescheiden inkomen”. Het leverde zowel het Wavo-park als het nabij gelegen Johannahuis op. Het echtpaar Van Ommeren-de Voogt mocht net als mejuffrouw Begeer in Voorschoten op eigen grond worden begraven. Middenin Rust en Vreugd, op een steenworp afstand van de Landgoederenroute ligt een kleine begraafplaats. Hier werd mevrouw Van Ommeren op 16 februari 1935 begraven en nadat haar echtgenoot in februari 1945 was overleden, kreeg ook hij zijn laatste rustplaats op Rust en Vreugd, naast zijn echtgenote. De ook in Wassenaar middels de supermarkt Digros en latere Dirk, actief zijnde kruideniersfamilie Van den Broek baarde in 2008 opzien met het verzoek het eigen landgoed in Noordwijk te verrijken met een bijzondere begraafplaats omdat men naar eigen zeggen enorm verknocht was aan deze locatie. Begraven op eigen grond, het komt in de beste kringen voor. Zo hebben prof. Pieter van Vollenhoven en zijn echtgenote prinses Margriet vast laten leggen dat zij ergens op het terrein van Paleis Het Loo waar ze al tientallen jaren wonen, zullen worden begraven in plaats van te worden bijgezet in de onlangs nog vernieuwde Koninklijke grafkelder in Delft.