Een portret van Johan van Veen gemaakt door de Groningse kunstenaar Johan Dijkstra.
Een portret van Johan van Veen gemaakt door de Groningse kunstenaar Johan Dijkstra. Foto:

De watersnoodramp van 1953

Het is alweer zeventig jaar geleden dat er tijdens de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953 in ons land een watersnoodramp plaatsvond. Deze ramp was een gevolg van een combinatie van een zeer zware storm uit noordwestelijke richting ontstaan door een diep lagedrukgebied en een springtij.

Tijdens zo’n springtij is het verschil tussen hoog- en laagwater op z’n grootst. Het water werd daardoor in de zuidelijke Noordzee die min of meer een trechtervorm heeft tot ongekende hoogte opgestuwd. In Vlissingen werd de hoogste waterstand in 100 jaar gemeten. Dit had tot gevolg dat dijken overspoeld werden en doorbraken waardoor eilanden en hele landstreken inclusief steden en dorpen overstroomd raakten. Zo kwam een groot deel van de provincie Zeeland, de Zuid-Hollandse eilanden en een deel van West-Brabant onder water te staan.

Uit een artikel in De Leidsche Courant van 2 februari 1953 blijkt dat het hier in Wassenaar wel meeviel. Er werden tientallen bomen ontworteld en de straatverlichting op de Lange Kerkdam en op het kruispunt van Zuylen van Nijeveltstraat en de Van Oldenbarneveldtweg werd vernield. De voor het paviljoen Zeebad gelegen terrassen waren met een grote hoeveelheid zand in de golven verdwenen en de toegang tot het strand aldaar was weggeslagen.

Samen met een vriendje besloot ik om naar het rampgebied te gaan om te kijken of we konden helpen. Ik zat toen op de middelbare school dus het begrip spijbelen zal ook wel een rol gespeeld hebben. We konden met een auto meeliften naar ’s Gravendeel en daar hebben we een week lang zakken met zand gevuld en samen met anderen mensen van daken gehaald. Na enkele dagen kwamen er militairen die dit werk van ons overnamen.

Had dit voorkomen kunnen worden? Was het mogelijk geweest om te zorgen dat die dijken niet doorbraken? Het antwoord daarop is ja! Er was iemand die al in 1937 duidelijk gemaakt heeft dat vele dijken verhoogd moesten worden. Zijn plan is echter in een kast verdwenen en er is niets mee gedaan. Hij heeft in 1953 volkomen gelijk gekregen en zijn plan kon alsnog uitgevoerd worden. Hij heeft dan ook de naam de vader van de Deltawerken gekregen. Toch heeft het nog een flinke tijd geduurd voordat hij de eer kreeg die hem toekwam. Hij was toen overigens al overleden. Wanneer ik aan iemand vraag: “Wie heeft niet alleen het Deltaplan bedacht, maar ook de Europoort, de Eemshaven en de Tweede Maasvlakte”, is het antwoord vrijwel altijd: “Ik zou het niet weten”. Het gaat hier om dr. ir. Johan van Veen (1893-1959). Ik heb hem goed gekend omdat hij de vader van mijn eerste vriendinnetje was.

Carl Doeke Eisma