Formateur Klaas Tigelaar.
Formateur Klaas Tigelaar. Foto:

Formeren zal nog een hele klus zijn

Klaas Tigelaar adviseerde als Verkenner vorige week tot de vorming van een coalitie van zes partijen: VVD, LW, CDA, D66, PvdA en DLW. Afgelopen weekend werd hij aangesteld als formateur en gaan deze zes partijen proberen een coalitie te vormen. Het zal naar verwachting begin april worden alvorens een nieuw college zal zijn gevormd. De grote vraag is wie er van deze zes uiteindelijk zullen overblijven.

Door Jan H. de Roij

Op 18 januari presenteerde de Verkenner, Klaas Tigelaar, in de gemeenteraad tijdens een besloten bijeenkomst zijn verslag van slechts drie pagina’s over de politieke situatie. Hierin adviseert hij dat VVD, LW, CDA, D66, PvdA en DLW met elkaar in gesprek gaan om tot “een stabiele meerderheidscoalitie” te komen. Deze partijen beschikken met 14 van de 21 zetels over een ruime meerderheid in de gemeenteraad. Niet alleen HvW maar ook GroenLinks wenst geen deel uit te maken van een nieuwe coalitie. Daarmee kan het oorspronkelijke plan om tot een Raadsbreed akkoord te komen niet worden gerealiseerd. In een toelichting verklaarde Sonja Hibbert dat GL niet meedoet aan de formatiebesprekingen, omdat er meer tijd ingeruimd zou moeten worden om met elkaar te praten over de bestuurscultuur en de financiën. De andere partijen gaan volgens haar veel te snel. GL wil eerst een goede analyse van de afgelopen tijd en gezamenlijke afspraken om gedoe te voorkomen. Dit is noodzakelijk om het vertrouwen in elkaar te herwinnen.

De Verkenner roept de zes partijen op om duidelijke afspraken te maken. Volgens hem is het bij de huidige coalitie misgegaan door interpretatieverschillen over gemaakte afspraken. Een andere voorwaarde voor stabiliteit is “onderlinge openheid en vertrouwen, bereidheid en ruimte om compromissen te sluiten” en duidelijkheid over bestuurlijke rollen. Dit heeft natuurlijk alles te maken met de bestuurscultuur in Wassenaar. Dit onderwerp moet daarom “niet alleen in de totstandkoming en de uitvoering van een nieuw akkoord, maar ook breder aandacht krijgen”. Tot slot doet Klaas Tigelaar nog een ‘veelzeggende’ en voor sommigen ‘pijnlijke’ oproep: “draag zorg voor een college dat gevormd wordt door ervaren bestuurders, waar collegiaal bestuur het uitgangspunt is”.

Na de presentatie van het verslag in de gemeenteraad zijn afgelopen weekend de fractievoorzitters van de zes partijen gaan overleggen over de voortgang. Besloten is om Klaas Tigelaar aan te stellen als formateur. Hij heeft als opdracht “de totstandkoming van een coalitieakkoord en de formatie van een college op zich te nemen”. Vervolgens nemen de partijen uitgebreid de tijd om zich op hun eigen posities te beraden, want naar verwachting komt men begin februari pas weer bij elkaar. Het schrijven van een formatieakkoord zal nog een hele klus worden, want de zes partijen zullen ieder iets van hun gading terug willen vinden: centrumplan, 30 km/u in het dorp, verduurzaming, woningbouw, financiële prioriteiten. En zoals bekend denken de partijen over onderwerpen als verkeer niet hetzelfde. Volgens Ben Paulides (DLW) vragen juist die verschillen in belangen tussen partijen om een externe begeleiding in de vorm van een formateur omdat “het afwegen ervan niet eenvoudig is”. Zijn insteek is een coalitieprogramma waarbij partijen niet “al te grote compromissen moeten doen”. Paulides zal vooral ook kritisch kijken naar de kwaliteit van de wethouders en hun omgangsvormen. Volgens Sonja Hibbert zal het voor de ‘zes’ een ingewikkelde puzzel worden; er zijn een paar langlopende dossiers waar hardnekkige meningsverschillen op blijven bestaan. Henri Hendrickx (HvW) spreekt over “een hele uitdaging” om met dit “zeer gevarieerde gezelschap” tot een akkoord te komen: “het zal veel discipline vereisen de komende jaren” voor de zes partijen. Jeroen Gankema (LW) ontkent dat niet. Hij erkent dat er inhoudelijke verschillen zijn op belangrijke onderwerpen. Liever dan verwaterde compromissen per onderwerp, ziet hij een uitruil van speerpunten tussen de partijen.

Volgens Henri van Smirren (PvdA) zal het tijdens de gesprekken de komende weken moeten gaan over het stellen van prioriteiten in relatie tot wat “financieel haalbaar is en wat de ambtelijke organisatie aankan”. Naar Drees: “niet alles kan en niet alles kan tegelijk”. De inzet van de VVD is volgens Gerbrand Nijman “een concreet coalitieakkoord met daarin concrete zaken…. met realistische plannen die uitvoerbaar zijn”. Rogier Krabbendam (D66) is met hem van mening dat er een goed, stabiel en collegiaal bestuur komt. Hij streeft naar een akkoord op korte termijn: “dat is een voorwaarde om voor de inwoners te kunnen doen wat nodig is”. Hubert Schokker (CDA) sluit zich daarbij aan en gaat zich inzetten voor een akkoord “waarin ons verkiezingsprogramma goed herkenbaar is en dat realistisch en concreet uitvoerbaar is”. Volgens Jeroen Gankema (LW) is men in ons dorp “het moddergooien nu wel zat” en wil men een stabiel bestuur.

De intenties en uitgangspunten van de “zes” zijn gelijkluidend: stabiel bestuur, doen wat haalbaar is en snel tot overeenstemming komen. Toch liggen er een paar inhoudelijke beren op de weg. Over zaken als verkeer, centrumplan en financiën – om er slechts een paar te noemen- bestaan er verschillen tussen de zes partijen. Hier zullen compromissen of zal uitruil moeten plaatsvinden en dat kost tijd. Voeg daar dan nog aan toe de voorjaarsvakantie en de screening van nieuwe wethouders en dan kom je uit op naar verwachting een Paasakkoord. En het is dan nog maar de vraag of alle zes partijen de finish zullen halen. Daarbij kun je je de vraag stellen hoe een samenwerking tussen zes zo verschillende partijen zich verhoudt tot het uitgangspunt ‘stabiel’ bestuur.