Henk krijgt zijn vliegbrevet uitgereikt door kolonel-vlieger S.A. Aler op vliegveld Gilze-Rijen.
Henk krijgt zijn vliegbrevet uitgereikt door kolonel-vlieger S.A. Aler op vliegveld Gilze-Rijen. Foto:

Henk Poppe, leven als in een sprookje: van slagerszoon tot marineman

Deel 1. ‘Hoe Henk vliegenier werd bij de marine’

Soms bereiken de redactie verhalen die om meer diepgang vragen. Zo was er onlangs een felicitatiebezoek van onze burgemeester aan de 100-jarige heer Poppe. Een bezoek dat opviel want het verslag hiervan liet zich moeilijk vangen in die rigide eis van maximaal 800 woorden.

Door Ton de Best

Zo’n bezoek gaat meestal als volgt: de gemeente stuurt de fotograaf, in dit geval Jan van der Plas, en de gemeentesecretaris Elisa Pasmans maakt het verhaal op dat vervolgens onze redactie bereikt. Al snel bleek dat de heer Poppe, in dit verhaal met permissie Henk, niet wilde meegaan in dit door ons opgelegde stramien want had hij niet deze mijlpaal bereikt om zonder restricties zijn eigen verhaal te kunnen vertellen? Ik moest onmiddellijk terugdenken aan mijn eigen grootvader die eveneens een vat was vol verhalen en aan wiens lippen ik van jongs af aan hing. Twee lange gesprekken werden het. Over zeilen en zijn triomfen, de marine, zijn vliegeniersbestaan, vriendschap, zijn lieve vrouw die er niet meer is en zijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen.

Op 23-jarige leeftijd verliet slagerszoon Henk als oudste in een gezin met vijf kinderen in 1945 zijn geboorteplaats Zwolle om een opleiding te gaan volgen bij de marine: “Na die verschrikkelijke oorlog wilde je helpen met de wederopbouw en kon je je aanmelden als oorlogsvrijwilliger (OVW’er). Ik had daar wel oren naar want de slagerij liep terug, boeren gingen ineens zelf slachten, alles ging op de bon en mijn broer trouwde een slagersdochter; die mocht het doen. Ik kon nu ongebreideld mijn passie volgen: de zeilsport. Tenminste dat dacht ik door me aan te melden bij de marine. Het liep anders. Ik kwam aan in Noord-Wales bij H.M.S. ‘Glendower’ waar we een gedeelte van het marinepersoneel aflosten dat hier sinds 1939 was gestationeerd. Vlakbij het kleine plaatsje aan de kust Pwllheli stonden hier de zogenaamde Butlin camps. Ik wist niet wat ik zag daar: een oase met indoor en outdoor zwembaden, sportvelden, een theater, noem maar op. Hier kreeg ik met een man of vijftig de basisopleiding en werd ik opgeleid tot Bottelier derde klasse. Dit was een logische stap aangezien ik het slagersvak al van jongsaf in de vingers had. Maar wat bleek. Er werden vliegeniers gezocht met de voorwaarde dat je drie jaar bijtekende en je door een zware keuring in Londen kwam. Dat was aanvankelijk helemaal niet mijn intentie; ik wilde zeilen, maar dit kwam ineens op mijn pad. Ik heb mijn vader geraadpleegd die mij zei dat ik zelf de beslissing maar moest nemen. Een paar dagen later gingen we met een man of 12 naar Londen waar we allemaal werden goedgekeurd en konden we naar de oostkust naar het plaatsje Skegness waar we een aantal weken moesten verblijven omdat vliegbasis Woensdrecht nog niet klaar was. Eenmaal in Woensdrecht ontvingen wij als eersten de Vlieger Waarnemer Opleiding gezamenlijk met de cadetten van de Luchtmacht.

Volgende week deel 2: ‘Van vliegenier tot vlieginstructeur en prijswinnend zeiler’