Hubert Schokker, foto: Jan de Roij
Hubert Schokker, foto: Jan de Roij

Wethouder Hubert Schokker: “soms voel ik me een speelbal”

Algemeen

In het kader van onze serie artikelen “op weg naar 16 maart” komt vandaag onze wethouder van Financiën aan het woord. Hubert Schokker hoefde naar eigen zeggen niet heel streng te zijn binnen het college om een gezond financieel beleid in ons dorp te realiseren. Allen waren ervan overtuigd dat een sluitende begroting noodzakelijk is. Hij roemt de goede sfeer en “het constructief stabiel bestuur” van de afgelopen jaren.

Door Jan H. de Roij

Hubert voelt zich vanwege zijn achtergrond als een vis in het ‘financiële Wassenaarse water’. Hij komt uit de financiële sector. Ook Schokker moet, evenals zijn collega’s, het wethouderschap parttime uitvoeren en heeft daarnaast ook een baan bij de Nederlandse Vereniging van Banken. Hij is in staat dit goed te combineren, maar “eigenlijk is voor Wassenaar drie of vier full time wethouders beter”. Als lokaal bestuurder sta je “heel dicht bij de inwoners” en dat maakt volgens hem gemeenteraadsverkiezingen ook zo belangrijk voor ons dorpsgenoten, want “het gaat over je directe leefomgeving”. Dit wethouderschap past bij mij en is erg leuk omdat je wat betekent voor Wassenaar”. Toch is het niet zijn ambitie om in een volgende coalitie wederom wethouder te worden. Zijn voorkeur gaat uit naar het raadslidmaatschap.

Hij is uiterst tevreden dat het Wassenaar gelukt is de financiën op orde te brengen. Gemeten aan andere gemeentes scoort ons dorp heel goed: “we zijn extreem solvabel”. Hij bestrijdt dat dit het gevolg is van hogere lasten voor de inwoners. De verhoging van de OZB met ongeveer 15% sinds 2018 was noodzakelijk door het wegvallen van de inkomsten uit precario die Dunea en Liander betaalden. We zijn vanaf dit jaar gecompenseerd in een lagere water- en energierekening. Volgens de wethouder is er nauwelijks ingeteerd op de reserves en zijn de verkoopopbrengsten van onroerend goed gebruikt om andere voorzieningen te realiseren zoals een nieuwe gymzaal. Waar hij zich wel zorgen over maakt is de relatie met de Rijksoverheid: “soms voel ik me een speelbal”. Zo is de overdracht van de Jeugdzorg en de maatschappelijke ondersteuning naar de gemeentes gepaard gegaan met eigenlijk een te gering budget. Momenteel is de grote vraag hoeveel dit kabinet gaat korten op de bijdrage voor Wassenaar uit het Gemeentefonds. Is die korting substantieel, wat echter nog niet zeker is, dan kan hij hogere lasten en bezuinigingen niet uitsluiten. Schokker is het er niet mee eens dat de gemeentelijke lasten in Wassenaar uitzonderlijk hoog zouden zijn. Volgens hem ontstaat dat gevoel vanwege het groot aantal dure huizen in onze gemeente. Als je ons dorp echter vergelijkt met soortgelijke gemeentes dan scoren we niet hoog, aldus de wethouder.

En wat de gestegen afvalstoffenheffing betreft: dat ligt aan de hoge verbrandingslasten van restafval, een hoog serviceniveau, maar ook aan de hoge overheadkosten van Avalex. Over Avalex gesproken reageert Schokker flegmatisch op het onbegrip in het dorp, dat de GFT-bak nog maar tweewekelijks wordt opgehaald: ”Dat was een besluit van de gemeenteraad. Laten we zien hoe het gaat.” Hij legt uit dat het terugdraaien van het besluit door de raad na dit jaar mogelijk is. De in het coalitieakkoord aangekondigde doelmatigheidsonderzoeken naar de bestede gelden op een aantal beleidsterreinen hebben plaatsgevonden zoals op educatie, wegen, Avalex en financiën. Over het algemeen waren de uitkomsten bevredigend. Tot slot wel één opmerkelijke conclusie: Wassenaar laat soms geld liggen dat door het rijk beschikbaar is gesteld.