Afbeelding

Herontwikkeling Duivenvoorde-corridor komt aan Leidschendamse zijde langzaam op stoom

Algemeen

Het heeft even geduurd, maar terwijl er in het Voorschotense deel van de Duivenvoordecorridor op nieuwbouwprojecten zoals Roosenhorst en Haagwijk al volop wordt “geresideerd” door de nieuwe bewoners, zijn nu ook de eerste contouren van de nieuwbouw in het Leidschendamse deel van dit groen buffergebied tussen de Haagse en Leidse regio zichtbaar. Gezien de plannen, een voorbode van heel veel meer bouwactiviteiten.

Door Jos Knijnenburg

Ruim twintig jaar geleden sloten de gemeenten Wassenaar, Voorschoten en Leidschendam een “strategische samenwerking” onder de naam ‘Pact van Duivenvoorde’. Het doel daarvan was onder meer het behoud van de nog bestaande openheid in de drie gemeenten en in samenhang daarmee de bewaking van de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Tot de open gebieden in de drie gemeenten behoren de Groene Zone in Wassenaar, de polders begrensd door de Leidse wijk de Stevenshof, de N44/A44, het Haagse Mariahoeve en de spoorlijn Den Haag - Leiden en last but not least de Duivenvoordecorridor tussen Voorschoten en Leidschendam-Voorburg. Een gebied dat niet alleen de laatste, smalle maar nog echt open verbinding tussen Wassenaar en het Groene Hart omvat, maar in 2001 bij het sluiten van het Pact van Duivenvoorde ook werd bewierookt en een hoge prioriteit kreeg als een te behouden landschap. Een gebied, anders dan in bijvoorbeeld de Groene Zone in Wassenaar, waarin kwekers en andere agrariërs in het verleden op grote schaal overstapten van teelt op “koude grond” naar kassen. Om het landschap weer terug te krijgen, moesten de ontsierende kassen verdwijnen en de tuinders worden uitgekocht. Als compensatie voor de kosten van deze uitkoop zou er een beperkte hoeveelheid woningbouw in de Duivenvoordecorridor worden toegestaan. Acht jaar na het Pact van Duivenvoorde werd in een bestuursovereenkomst tussen het Rijk, de provincie en de gemeenten Voorschoten en Leidschendam-Voorburg vastgelegd wat er in plaats van de kassen zou mogen worden gebouwd, maar ook welke natuurlijke waarden zouden worden hersteld. Belangenorganisaties bundelden de krachten om de planvorming voor de Duivenvoorde bij te sturen, beide gemeenten en de ontwikkelaars kregen te maken met forse financiële tegenwind, die aan Leidschendamse zijde leidde tot een zo groot verlies op de grondexploitatie dat politieke gevolgen niet konden uitblijven. Ruim twee weken geleden presenteerde ontwikkelaar Blauwhoed het ontwerp voor het eerste deel van Vlietvoorde, dat 60 woningen omvat, nog niet de helft van het totale aantal. De bouwplek grenst aan Haagwijk in Voorschoten, een vroegere buitenplaats aan de Vliet. De natuur had er bijna 200 jaar vrij spel, maar inmiddels staat er een langgerekte rij vrijstaande villa’s en is aan het einde van de toegangsweg onlangs ‘Het Grote Huis’ opgeleverd. Een gebouw met veel glas waarin penthouses zijn gerealiseerd. Alleen de oude vijver erachter herinnert aan de grandeur van de oude buitenplaats.

Uit de krant